Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

sotalol

Sotalol verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde hartritmestoornissen.

Wat doet sotalol en waarbij gebruik ik het?

Hartritmestoornissen

Het hart is een holle spier die regelmatig hoort samen te trekken om het bloed door het lichaam te stuwen. Vanuit een punt op de hartwand, het prikkelcentrum, vertrekken zenuwen die de hartspier aansturen. De boezems, waar het bloed het hart binnenstroomt, trekken eerst samen, en daarna de kamers, waar het bloed het hart verlaat. Hierdoor wordt met elke hartslag het bloed via de slagaders door het lichaam gepompt. Als de zenuwen het hart te onregelmatig aansturen, spreken we van hartritmestoornissen.

Verschijnselen
Bij een hartritmestoornis kan het hart overslaan, onregelmatig slaan, te langzaam kloppen of op ‘hol slaan’. Bijna iedereen heeft wel eens zijn hart voelen overslaan. Bijvoorbeeld bij spanningen of een sterke kop koffie. Soms blijft dit overslaan langer doorgaan dan een paar tellen en belemmert het u in het dagelijks werk of de slaap. Pas dan noemen we het een hartritmestoornis.

U hoeft een afwijkende hartslag niet altijd zelf op te merken. Maar vermoeidheid, kortademigheid, licht gevoel in het hoofd en hartkloppingen komen voor. U kunt zich gejaagd voelen, of angstig. Ook kunt u dikke enkels krijgen doordat het bloed minder goed wordt rondgepompt. De ritmestoornissen kunnen in aanvallen voorkomen van enkele seconden tot uren en dan weer verdwijnen. Zelden is de hartritmestoornis continu aanwezig.

Oorzaken
Het prikkelcentrum kan te traag of te snel werken. Ook kunnen de banen van de zenuwen verstoord zijn bijvoorbeeld doordat stukjes hartweefsel zijn afgestorven door een hartinfarct. Een andere oorzaak is wanneer de boezems heel snel samentrekken (‘atriumfibrilleren’) waardoor de samentrekking van de kamers onvoorspelbaar en onregelmatig wordt, soms veel te snel of juist erg langzaam.

Werking 
Sotalol vertraagt de prikkelgeleiding door de zenuwen en vermindert de prikkelbaarheid van de hartspier. Hierdoor vertraagt de hartslag en wordt de hartslag weer regelmatig.

Behandeling
Afhankelijk van het soort ritmestoornis en de conditie van het hart kan de arts medicijnen voorschrijven, een elektrische stroomschok toedienen of een operatie uitvoeren, bijvoorbeeld voor een pacemaker.

Artsen schrijven sotalol voor bij snelle samentrekking van de boezems (‘atriumfibrilleren’) of van de kamers. Het wordt ook toegepast om hartritmestoornissen te voorkomen. Bij sommige hartritmestoornissen van ongeboren baby’s wordt het wel aan de moeder voorgeschreven. Dan komt dit medicijn via het bloed van de moeder bij de baby.

Lees meer over hartritmestoornissen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Verlaagde bloeddruk. Soms kunt u dit merken aan duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel.

    Door de werking op het hart, verlaagt dit medicijn ook de bloeddruk. Dit gaat over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk (binnen enkele dagen tot weken). Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

    Heeft u de ziekte van Parkinson? Dan kunt u sneller last krijgen van deze bijwerking. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Vermoeidheid

  • Verwardheid

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verstopping, buikpijn, winderigheid of diarree.

    Deze bijwerkingen treden vooral in het begin van de behandeling op. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Spierspasmen en zeer zelden spierpijn, gewrichtspijn

  • Doof of tintelend gevoel in handen en voeten

  • Verergering van hartfalen, doordat de hartslag trager wordt. U merkt dit aan dikke enkels of polsen door vasthouden van vocht in armen en benen.

    Neem dan contact op met uw arts.

  • Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het verlengde QT-interval. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Huiduitslag en zweten. Zelden jeuk, bultjes of verhoogde kans op zonnebrand onder invloed van zonlicht.

  • Slaapstoornissen, zoals moeite met inslapen, levendiger dromen en nachtmerries.

  • Hoofdpijn, gevoel van zwakte, depressiviteit en angst

  • Impotentie

    Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering worden aangepast.

  • Droge mond

    Hierdoor ontstaan sneller gaatjes in uw gebit. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren als u dit medicijn gedurende meerdere weken gebruikt. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Het helpt ook als u bij het eten iets drinkt of de voeding vochtig maakt, bijvoorbeeld met jus of vruchtenmoes.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Koude handen en voeten. Mensen met de ziekte van Raynaud kunnen meer last krijgen van koude vingers en tenen.

    Dit komt doordat de bloedvaten in de huid onvoldoende reageren op kou. Het kan zijn dat u hier last van blijft houden zolang u het medicijn slikt. Zorg voor voldoende bescherming tegen kou door warme kleding te dragen, zoals wanten en sokken. Neem contact op met uw arts als deze bijwerking te veel last geeft.

  • Een verhoogde kans op infecties en bloedingen, zoals bloedneuzen.

    Deze bijwerkingen ontstaan door een tekort aan witte bloedcellen en bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

  • Als u diabetes heeft: u merkt minder snel dat u een te laag bloedglucose (hypo) heeft.

    Dit komt doordat sotalol de hartkloppingen tegengaat die ontstaan bij een hypo. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

  • Als u astma of COPD heeft: u kunt meer last van benauwdheid krijgen.

    Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts.

  • Als u aan de spierziekte myasthenia gravis lijdt: u kunt meer last krijgen van deze aandoening.

    Neem contact op met uw arts als u dat merkt.

  • Als u aan psoriasis lijdt: u kunt meer last krijgen van deze aandoening.

    Neem contact op met uw arts als u last heeft van rode schilferende of glanzende plekken op de huid, beschadigingen van de huid, jeuk, putjes in de nagels en gewrichtsklachten.

  • Bij bepaalde vormen van de aangeboren hartafwijking Wolff-Parkinson-White-syndroom, kunnen ernstige hartritmestoornissen ontstaan door dit medicijn.

    U mag dit medicijn alleen op voorschrift en onder controle van een cardioloog of internist gebruiken.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik sotalol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die de bloeddruk verlagen. De bloeddruk kan te laag worden als u andere bloeddrukverlagers erbij gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen. Bij combinatie met de hartmedicijnen verapamil of diltiazem kan de hartslag trager en onregelmatiger worden. Uw arts zal in dit geval uw hartfunctie regelmatig controleren.
  • Clonidine in een hoge dosering, zoals bij hypertensie. Uw bloeddruk kan plotsteling stijgen. Neem contact op met uw arts als u deze combinatie krijgt. Uw arts zal uw bloeddruk vaker controleren. Ook als u stopt met clonidine kan uw bloeddruk plotseling stijgen. Daarom zal uw arts de combinatie geleidelijk afbouwen.
  • Pijnstillers van het NSAID-type zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van sotalol verminderen. Gebruikt u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan 2 weken? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Neem hiervoor contact op met uw arts.
  • Luchtwegverwijdende middelen bij benauwdheidsklachten, zoals salbutamol, terbutaline, salmeterol en formoterol. Als u merkt dat u eerder benauwd bent, neem dan contact op met uw arts. Mogelijk moet uw arts de dosering van de luchtwegverwijder aanpassen.
  • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met sotalol kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartaandoening hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
  • Bepaalde medicijnen die worden gebruikt bij mannen met een vergrote prostaat, namelijk de alfablokkers (alfuzosine, doxazosine en terazosine). Deze kunnen in het begin van de behandeling de bloeddruk verlagen en duizeligheid veroorzaken. Sotalol versterkt deze bijwerking. Deze wisselwerking is alleen van belang de eerste dagen dat u met een alfa-blokker begint. U kunt de alfa-blokker de eerste keren het beste ’s avonds innemen, als u al op bed zit, voor het geval u duizelig wordt. Als u een alfa-blokker met vertraagde afgifte gebruikt, kunt u de volgende ochtend duizelig worden bij het opstaan. Dit is na enkele dagen over.
  • Medicijnen die het bloedsuiker verlagen, zoals insuline, tolbutamide, glibenclamide en glimepiride. Deze medicijnen worden gebruikt om de bloedsuiker te verminderen bij mensen met diabetes. Een te laag bloedsuiker is een hypo. Wanneer u een bètablokker gebruikt, voelt u minder snel dat u een hypo heeft. Dat komt omdat de bètablokker de waarschuwende signalen, zoals trillen en hartkloppingen, onderdrukt. Andere verschijnselen, zoals zweten, wazig zien en hongergevoel, verdwijnen niet. Let daarom extra op deze laatste verschijnselen.
  • Adrenaline-injectie bij allergie. Sotalol vermindert het effect van adrenaline. Dat kan gevaarlijk zijn bij ernstige allergische reacties waarbij een adrenaline-injectie nodig is om de bloeddruk weer goed te krijgen. Overleg hierover met uw arts als u af en toe een dergelijke injectie nodig heeft en uw arts wil u een bètablokker voorschrijven.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u sotalol gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft of last heeft van wazig zien: neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol verwijdt de bloedvaten. Het kan daardoor in het begin van de behandeling de bijwerking duizeligheid versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als uw zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

U kunt dit medicijn wel gebruiken bij hartritmestoornissen van de baby in uw buik. Uw arts zal u en uw baby daarbij goed controleren.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt in de moedermelk terecht en kan schadelijk zijn voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Als u het één keer per dag gebruikt: bijvoorbeeld voor het ontbijt. Als u het twee keer per dag gebruikt: bijvoorbeeld voor het ontbijt en voor het avondeten.

Hoe lang?
Het hangt af van de soort hartritmestoornis hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Meestal moet u het langdurig gebruiken. Overleg hierover met uw arts.