Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Bloedarmoede

Wat is bloedarmoede?

Bloedarmoede betekent dat je te weinig rode bloedcellen hebt. In een rode bloedcel zit hemoglobine (Hb). Dat brengt zuurstof van je longen naar alle cellen van je lichaam.

Met bloedarmoede heb je minder Hb. Je Hb kan met bloedonderzoek gemeten worden:

  • Mannen hebben bloedarmoede als het Hb lager is dan 8,5.
  • Vrouwen hebben bloedarmoede als het Hb lager is dan 7,5.
  • Voor zwangeren en kinderen zijn er andere getallen.

Om hemoglobine te maken heeft je lichaam ijzer, vitamine B12 en foliumzuur nodig.

Bloedarmoede kun je krijgen door:

  1. te weinig ijzer in het lichaam
  2. te weinig vitamine B12 of foliumzuur
  3. een ziekte
1. Te weinig ijzer in het lichaam

IJzer is heel belangrijk om hemoglobine te kunnen maken. Heb je te weinig ijzer in je lichaam, dan kan je lichaam niet genoeg hemoglobine maken. En dan krijgen de cellen van je lichaam minder zuurstof.

Je lichaam kan te weinig ijzer hebben in de volgende situaties:

  • Je verliest veel bloed doordat je vaak lang en heftig ongesteld bent. Dit is bij vrouwen het vaakst de oorzaak van bloedarmoede.
  • Je verliest langere tijd kleine beetjes bloed via je maag of darmen. Dit is vaak de oorzaak bij mensen ouder dan 50 jaar.
    Je kunt bloed verliezen zonder dat je het merkt. Bijvoorbeeld door maagproblemen door pijnstillers. Of bij een ziekte van je maag of darmen, zoals een bult aan de binnenkant van je darm (darmpoliep) of darmkanker.
  • Je hebt veel bloed verloren door een operatie, bevalling of miskraam.
  • Je lichaam heeft meer ijzer nodig dan er binnenkomt met eten. Dit is bijvoorbeeld zo als je zwanger bent.
  • Je eet jarenlang heel weinig eten waar ijzer in zit.
  • Je hebt een ziekte waardoor ijzer moeilijker via de darmen in je lichaam komt.
2. Te weinig vitamine B12 of foliumzuur
  • Meestal komt te weinig vitamine B12 door een ziekte van de maag of darmen. Bijvoorbeeld atrofische gastritis of de ziekte van Crohn. De maag of darm kan dan niet genoeg vitamine B12 uit je eten halen.
  • Misschien zit er te weinig vitamine B12 in je eten. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als je veganist bent. Of als je lang veel alcohol drinkt of heel weinig eet.
  • Medicijnen kunnen ook zorgen voor te weinig vitamine B12 in het lichaam. Bijvoorbeeld als je het maagmedicijn omeprazol of pantoprazol slikt, of het diabetes-medicijn metformine.
  • Te weinig foliumzuur komt door vaak te veel alcohol drinken. Of doordat je te weinig dingen eet waar foliumzuur in zit, zoals spinazie, volkorenbrood en bonen.
3. Een ziekte

Deze ziektes kunnen zorgen voor bloedarmoede:

  • een ziekte die lang blijft, zoals reuma, een nierziekte, een leverziekte of kanker
  • een bloedziekte, zoals sikkelcel-ziekte en thalassemie
  • een ontsteking, zoals oorontsteking of buikgriep. Vooral kinderen kunnen na zo’n ontsteking tijdelijk bloedarmoede hebben.
  • een behandeling met chemotherapie bij kanker

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Eet gezond. Dan krijg je meestal genoeg ijzer, vitamine B12 en foliumzuur binnen.

In de volgende situaties is het goed om extra producten te eten waar veel ijzer, vitamine B12 en foliumzuur in zit:

  • Je verliest veel bloed als je ongesteld bent.
  • Je bent veganist.
  • Je bent zwanger.
  • Je hebt een ziekte die lang blijft, zoals reuma.
Waar zit veel ijzer in?
  • in vlees
  • in peulvruchten, zoals bruine en witte bonen, linzen en sojabonen
  • in veel groenten, vooral andijvie, artisjok, broccoli, courgette, doperwten, druivenblad, postelein, raapstelen en schorseneren, en in tomatenpuree
  • in noten
  • in brood
  • in kabeljauw, haring, sardines, garnalen, mosselen en oesters
  • in gedroogd fruit, vooral abrikozen en vijgen

Eet een sinaasappel of kiwi bij het eten. Daar zit vitamine C in. Dat zorgt ervoor dat het ijzer uit je eten beter in je darmen komt.

Waar zit vitamine B12 in?
  • alleen in vlees, vis, eieren, melk, yoghurt en andere producten van dieren
Waar zit foliumzuur in?
  • vooral in volkorenbrood, andere volkoren producten, asperges, spinazie, lever en peulvruchten, zoals bruine en witte bonen, linzen en sojabonen

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

IJzer 
Bij bloedarmoede veroorzaakt door een tekort aan ijzer worden verschillende ijzerzouten gebruikt. Deze bevatten ijzer en vullen een bestaand (of dreigend) ijzertekort aan. Het duurt zes weken tot een paar maanden totdat een tekort aan ijzer is aangevuld. Voorbeelden van ijzertabletten of drank zijn ferrofumaraat en ferrosulfaat.

IJzerinfuus of injecties worden gebruikt als u geen ijzertabletten en drank kunt gebruiken of als ze onvoldoende werken. Voorbeelden zijn ferricarboxymaltose, ferrioxidesaccharaat en ferriderisomaltose.

Vitamine B6 (pyridoxine)
Vitamine B6 wordt ook wel pyridoxine genoemd. Pyridoxine vermindert de verschijnselen van een bepaald type bloedarmoede (sideroblastaire anemie). Sideroblastaire anemie is een aangeboren afwijking. Bij dit type bloedarmoede is een zeer hoge vitamine B6 hoeveelheid nodig.

Foliumzuur
Foliumzuur (of de actieve vorm: folinezuur) wordt gebruikt bij bloedarmoede veroorzaakt door een tekort aan foliumzuur. Foliumzuur wordt ook wel vitamine B11 genoemd en is onder andere nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen. Een tekort aan foliumzuur in het lichaam kan worden aangevuld door het gelijknamige geneesmiddel foliumzuur te slikken, waardoor de bloedarmoede zal verdwijnen.

Hydroxocobalamine
Een tekort aan vitamine B12 veroorzaakt onder andere een bepaalde vorm van bloedarmoede (megaloblastaire anemie). Deze vorm van bloedarmoede geeft verschijnselen als vermoeidheid, vreemde gevoelswaarnemingen, zoals tintelingen in handen en voeten. Hydroxocobalamine is een vorm van vitamine B12. Het wordt gebruikt bij megaloblastaire anemie.

Ascorbinezuur
Ascorbinezuur is een vorm van vitamine C. Het wordt wel gebruikt bij methemoglobinemie. Dit is een bepaalde vorm van bloedarmoede, waarbij de rode bloedlichaampjes in het bloed te weinig zuurstof kunnen afgeven.

Azathioprine
Bij hemolytische anemie breekt het lichaam bepaalde rode bloedcellen af door een foutieve afweerreactie. Azathioprine onderdrukt deze afweerreactie. Meestal gebruikt u het samen met corticosteroïden.

Cyclofosfamide 
Cyclofosfamide wordt gebruikt bij hemolytische anemie. Bij hemolytische anemie breekt het lichaam bepaalde rode bloedcellen af door een foutieve afweerreactie. Cyclofosfamide remt de cellen in het lichaam die afweerstoffen aanmaken. Hierdoor komen er minder afweerstoffen tegen de eigen bloedcellen vrij.

Hydroxycarbamide
Hydroxycarbamide wordt ook gebruikt bij sikkelcelziekte (sikkelcelanemie). Dit is een erfelijke vorm van bloedarmoede, waarbij ook andere ziekteverschijnselen kunnen optreden. Bij sikkelcelziekte zijn de rode bloedcellen star, waardoor ze de bloedvaten verstoppen en makkelijk kapot gaan. Hydroxycarbamide stimuleert de aanmaak van beweeglijkere rode bloedcellen.

Erytropoëtische groeifactoren
Erytropoëtische groeifactoren stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Het wordt gebruikt om bloedtransfusie te voorkomen en bij mensen die geen bloedtransfusie kunnen of willen krijgen. Voorbeelden zijn darbepoëtine, epoëtine en methoxypolyethyleenglycolepoëtine.

Nandrolon 
Nandrolon lijkt op het mannelijk geslachtshormoon testosteron. In grote hoeveelheid (hoge dosering) helpt dit het beenmerg om nieuwe rode bloedcellen en bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt de hoeveelheid rode bloedcellen en bloedplaatjes weer.

Busulfan
Busulfan wordt gebruikt bij een aantal aandoeningen, waarbij het beenmerg te weinig of niet goed werkende bloedcellen maakt. Voorbeelden zijn aplastische anemie, sikkelcelanemie en thalassemie. Als bloedtransfusies en medicijnen bij deze aandoeningen niet helpen of niet gebruikt kunnen worden, kan stamceltherapie worden geprobeerd. Bij deze therapie worden donor-stamcellen gegeven, nadat de eigen zieke beenmergcellen zijn gedood met busulfan of bestraling.

Eltrombopag
Eltrombopag wordt gebruikt bij aplastische anemie. Dit is een ziekte waarbij het beenmerg te weinig witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes maakt. Als stamceltherapie niet mogelijk is en wanneer een afweer onderdrukkende behandeling onvoldoende helpt kan uw arts voor eltrombopag kiezen.

Thymocytenimmunoglobuline 
Thymocytenimmunoglobuline wordt soms gebruikt bij ernstige aplastische anemie. Bij deze ziekte maakt het beenmerg te weinig rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aan. Hierdoor ontstaat een vorm van bloedarmoede.